woensdag 26 maart 2014

Ribstuk deel 4 en einde



Op maandagmorgen kwam de arts me vertellen (ze waren maar met hun drieën) dat ik naar huis mocht, er moesten nog wat formulieren ingevuld worden en dan kon ik gaan. Dol van blijdschap belde ik Ingrid: ”Kom me maar halen” was mijn verzoek. 
Ik ga deze dag niet meer beschrijven maar Ingrid arriveerde om 12.30 uur en we waren pas om 18.30 thuis. (een paar formulieren zei hij).

Aanbod  Casa Ribeira
Na deze beschrijving van mijn avontuurtje / ongelukje besef ik maar al te goed dat ik in de gelukkige omstandigheid ben om mensen om me heen te hebben die op dat moment troost, zorg en belangstelling bieden. Niet alleen persoonlijke aandacht doet mij beseffen hoeveel geluk ik heb, ook de omgeving hier met zijn prachtige natuur en rust levert zijn bijdrage aan herstel of biedt tenminste afleiding.
Ieder huisje heeft zijn kruisje is een bekende kreet en of het nu ziekte of geestelijk ongemak betreft, het zou voor sommigen een troostende en helende werking kunnen hebben om even op een plek als deze te vertoeven.
De mooie natuur en vaak heerlijk weer kan een klein drama even doen vergeten. In de zon liggen en / of wandelen in de mooie natuur, lekker eten en drinken. Casa Ribeira heeft wel iets te bieden om misfortuin toch aangenamer te maken. Ondanks mijn ongelukje blijf ik dus een bofkont.

Dit alles heeft ons nu doen besluiten als oud Zeeuws-Vlamingen voor Zeeuws-Vlamingen om eens per jaar een aantal mensen met wat onfortuin of een minder leuke episode in hun leven, een aanbod te doen om
(in overleg ) een periode gebruik te maken van één van onze appartementen op basis van half pension, inclusief het vervoer van en naar het vliegveld hier in Portugal.
De kosten om naar Portugal te reizen dienen zelf gefinancierd te worden of je kunt denken aan sponsoring door bijvoorbeeld ; een familielid, een vriend, instantie of een club.
Het enige wat ik van jullie vraag is om iemand (met partner, gezinsleden of dergelijke tot maximaal vier personen) te nomineren waarvan jij denkt dat ze het verdienen om eens in het zonnetje gezet te worden, (letterlijk en figuurlijk). Geef daarbij ook aan wat voor jou de reden is om hem / haar te nomineren. Let op! ook een klein drama kan voor iemand als groot drama gevoeld worden.
Een jury bestaande uit dikke vrienden (Ook letterlijk en figuurlijk) Herman Kruithof, Boudewijn Slager en Henri Moget zullen uit de nominaties iemand selecteren voor dit jaar. Rekening houdend met mogelijk en onmogelijkheden van de genomineerde. De jury zal na de verkiezing contact leggen met die persoon die iemand voorgedragen heeft.

Uw nominatie stuurt u naar : ferriewestphaal@gmail.com
Voor degene die zelf een periode in ons appartement wil boeken ga naar www.natuurlijkportugal.nl
  



donderdag 20 maart 2014

Ribstuk deel 3


In de loop van de dag verscheen er uit het niets een arts aan mijn bed hij was niet alleen, waarschijnlijk met een verpleger, verantwoordelijk voor mijn zorg en een vertaler in het Engels. Hoe gaat het met Ferdinand? Was de eerste vraag.  Zonder het antwoord af te wachten (hij wist in welke toestand ik verkeerde) ging hij door, hij stelde vast dat ik een flinke smak gemaakt had. Vier gebroken ribben was de schade Ik moest er maar alvast op rekenen dat ik nog veel pijn zou hebben de komende weken. En dat ik maar niet moest denken dat het flauwe kul  was, Je kan niet alles weglachen stelde hij vast.
Ik wist niet dat je op röntgenfoto’s ook een deel van je karakter kon waarnemen of was de Phillips MRI tunnel al zover? 
Ze hadden ook iets op mijn “lever” gevonden!! Ho,ho zoveel klachten had ik niet op mijn verzorging…..! Een plekje zei hij en vervolgde met de mededeling dat ze daar nog onderzoek naar moesten verrichten, wenste me beterschap met een bemoedigend klopje op mijn borst, natuurlijk aan de kant die het meeste pijn deed en ze verdwenen weer net zo snel als dat ze verschenen waren.

Het besef over wat de arts nu gezegd had kwam pas later ….wat potverdomme een plekje op mijn lever? Mijn ribben breken vind ik wel genoeg hoor! Van alles spookte door mijn hoofd, het ene moment dacht ik nou dit was het dan! En het andere moment dat ik niet vooruit moest lopen op wat er gaat komen of wat er aan de hand is.

Het bezoekuur liet op zich wachten. Ik wilde mijn verontrusting met Ingrid delen of eigenlijk nog liever dat zij het maar overnam. Ik weet tenslotte niet of ik er morgen nog zou zijn. Ingrid kwam natuurlijk op tijd en probeerde me gerust te stellen "het kan van alles zijn stelde ze vast". Ja dat is precies waar ik bang voor ben. Ze had gelijk ik moest me maar niet zo druk maken. En ons gesprek ging verder over schaapjes en geitjes het is tenslotte Portugal hier praat je niet over koetjes en kalfjes.


Die avond rond 10 uur zag ik dat de ene patiënt na de ander van de afdeling werd gereden. Kleding en persoonlijke dingen op het voeteinde van het bed en weg waren ze. Ik dacht even aan een bommelding of een virus uitbraak, diverse lieden van de Coimbra bombeiros reden bedden van de afdeling. Ik was de laatste die aan de beurt was, alles werd op mijn bed gestald en vastgebonden Infuus, zuurstof, kleding,medicijnen en  mijn uittocht begon. Ik heb geen idee waarom ik me slapende hield ik had beter even gevraagd wat er aan de hand was. Ik werd de afdeling afgereden en vervolgens in een lift geplaatst die zich piepend en krakend in beweging zette richting kelder. De kelder leek met fietslampjes verlicht de gangen nauw en vol leidingen en losse kabels voor de elektriciteit die als guirlandes langs de muren hingen. Het tochtte er als een idioot en het was er berenkoud en riekte er vreemd naar olie en rubber. Ik had het gevoel dat ze me onder de hele stad Coimbra aan het rondrijden waren. Ik gaf een paar maal blijk van leven door mijn hoofd op te tillen en rond te kijken, je weet nooit dacht ik straks hangen ze een label aan mijn grote teen met het opschrift “Ferdinand”, om mij vervolgens achter te laten in één van deze sinistere gangen. Dat gebeurde gelukkig niet en uiteindelijk kwam ik op een echt ziekenhuiszaaltje terecht, alsof de tijd hier had stilgestaan.

De volgende dag ontwaakte ik met stevige borstpijn, er werd door een klein verpleegstertje een nieuw infuus aangelegd met wat meer verdoving. De hoofdsteun van mijn bed werd omhoog gezet en ik kreeg zicht op mijn twee medepatiënten die aan mijn overkant lagen. Beide waren zeker in de tachtig de man recht over mij lag in dezelfde positie als ik en hij keek me recht in de snufferd.
Op het moment dat hij zijn ogen af wilde wenden bleef één van zijn ogen staan, het was mij gelijk duidelijk het betrof een glazen oog. Ik dacht gelijk aan een raadseltje dat ze tijdens mijn jeugd  vertelde “ Waarom een nepoog van glas was?” het antwoord luidde: “Anders kun je er niet door kijken!”.
De buurman daarnaast  lag in mijn populaire foetushouding met één hand aan het bed-rek alsof hij er elk moment met één zwaai uit zou springen. Hij geeuwde elke keer met zoveel kabaal alsof hij er iedereen op attent wou maken dat hij zich verveelde. Praten deden ze niet. Af en toe een rochel of een boer, misschien dat ze  op die manier met elkaar communiceerden.

Ik werd een beetje kriegelig, vond dat eenoog mijn 
privacy schond of toch zeker mijn comfortzone, 
hij keek heel de kamer rond maar 
dat glazen oog hield mij maar in de gaten. 


Uiteindelijk was ik blij dat de mannen naar de badkamer werden getransporteerd. 




Jullie zullen het wel kennen, denk niet dat je rust krijgt in een ziekenhuis de hele dag gebeurt er van alles; Wassen, eten, verzorgen, schoonmaak, koffie, bezoek en ga zo maar door. En natuurlijk het bekende artsenrondje mag zeker niet ontbreken, ook ik onderging een bezoek. En zo verscheen aan het voeteneind van mijn bed zoals ik ze zelf indeel: (omdat ze zich niet voorstelde) de geneesheer-directeur, een arts, anesthesiearts  een doktersassistent, diëtiste, fysiotherapeut, verpleger, verpleegster, een kok, spelletjesmedewerker, quizmaster, en tenslotte een medisch student uit Angola. Het ongelooflijk aantal van twaalf personen installeerden zich rond mijn bed. Ik kreeg het gevoel dat ik een nieuw ontdekt specimen was, ah vandaar eenoog aan de overkant hij was waarnemer, dat was vast geen glazen oog maar een camera. 

De geneesheer nam als enige het woord. Hij vroeg hoe het met me ging? en voegde er aan toe dat het een lastige blessure was en goed de instructies van het verplegend personeel moest volgen. Ik moest van hem in de loop van de dag uit bed want anders zou trombose op de loer kunnen liggen doe maar een wasbeurt voegde hij er aan toe. Hij had gelijk je hoeft niet te stinken ook al heb je pijn. “Beterschap! en tot de volgende keer, meer woorden werden er niet aan vuil gemaakt en de hele stoet verplaatsten zich weer naar de deur om ergens anders een opvoering te geven.

Na mijn nachtelijk tochtje heb ik er flink over in gezeten of Ingrid me nog zou kunnen vinden, die zorg was overbodig ze vind altijd haar weg. Zo ook die dag  ze verscheen netjes op het bezoekuur. Ze had nog even een mededeling aangaande mijn lever: ” Dat plekje op je lever was niet meer dan een cyste die door de smak een bloeding had veroorzaakt” zei ze. Ze was er dus zelf even achteraan gegaan en ik vroeg me af waarom de twaalf apostelen me vanmorgen die informatie niet hadden gegeven.

Ik voelde me gelijk veel beter ondanks de pijn en wilde weer naar huis. Dat liet nog een paar dagen op zich wachten.

Lees spoedig het einde van Ribstuk

Ferrie

zondag 16 maart 2014

Ribstuk deel 2

Kermend van pijn en absoluut niet meer willen bewegen, zo lag ik in een foetus houding op het warme leistenen terras. Ik wist dat het mis was en verwachtte een plas bloed. Zo theatraal was het nu ook weer niet, er kwam geen bloed, wel Ingrid die inmiddels Nigel onze huisvriend en de bombeiros had gemobiliseerd. “Ach mannetje ze komen er aan hoor” stelde ze me gerust.
Ik vroeg haar om een sigaret “Ben je betoeterd je gaat nu niet roken hoor”. “Geef mij nu een sigaret je denkt toch niet dat ik in een ambulance mag roken”  was mijn kermend en overtuigend antwoord, en zo geschiedde, een sigaret smaakt altijd beter na heftige momenten zoals bijvoorbeeld na de maaltijd en seks, op dat moment kwamen onze vrienden om ons de nodige steun en hulp te verlenen.
De bombeiros arriveerde op het dorp en manoeuvreerde ons steegje in met in hun slipstream …. de bewoners van het dorp zelf. 
Later hoorde ik van Rodrigo onze buurjongen dat de ambulance bij het huis van zijn Oma was gestopt maar dat hij pas echt schrok toen hij verder naar mijn huis reed, dat is pas buurtvriendschap! ( zegt veel over de relatie Rodrigo en zijn Oma).

De boys van de bombeiros drie man sterk kwamen eerst poolshoogte nemen. Er knielde er één naast me neer en sprak me aan : “Hé vriend wat is er gebeurd?” Ik kende hem het was Ricardo een jonge gast  van even in de twintig die ik gedurende mijn “vrijgezellentijd” nogal eens tegenkwam bij een avondje uit. Vorig jaar had hij zijn pols gebroken tijdens het uitoefenen van zijn werk als bombeiros en dat schept nu gelijk een band. Er werd geantwoord door iemand wat er gebeurd was maar dat was natuurlijk niet zijn opzet. Ik moest antwoorden om het voor hem mogelijk te maken om het één en ander te diagnotiseren.
De brancard kwam er aan te pas maar ik weigerde mijn foetushouding op te geven. Daar was begrip voor en zo goed en kwaad werd ik op de brancard gelegd en in de ambulance gestald ik zeg gestald omdat er toen nog overleg was waar ik naar toe gebracht zou worden. De chauffeur pleegde het overleg met de meldkamer, in welk ziekenhuis was er ruimte? En welke weg was geschikt om mij daar te krijgen, in Lousa was plek maar te veel bochten dan maar naar Coimbra daar zijn drie ziekenhuizen. Na een minuut of tien waren de partijen er uit en de caravan kon vertrekken. Ingrid zal met Nigel volgen.
De rit was dat kunt u zich voorstellen lang, het kost normaal een klein uur om naar Coimbra te rijden het leek nu wel een halve dag  en een etappe uit de Dakar-race.
                                               



Volgens Ingrid die er achter reed werd er uiterst omzichtig gereden. Ik heb me aan alle kastjes achterin moeten vasthouden. Ricardo zat dicht tegen me aan om mij in balans te houden. Hij had me namelijk niet al te strak  ingesnoerd  vanwege mijn zijdelingse houding op de brancard. Regelmatig sprak hij op me in met vragen als; “heb je nog veel pijn, of gaat het nog?” dan kwam van mij het oubollige antwoord; ”alleen als ik lach”. Hij zelf was origineler; “dan ga je later nog veel pijn krijgen vriend als we samen weer een biertje gaan drinken”.

Eindelijk arriveerden we in het ziekenhuis bij een ingang waar het bordje spoedopname hing, dat was bemoedigend. Ik werd binnen gezwierd in een ruimte waar wel 50 mensen in een wachtkamer zaten. 
Het was er een drukte van belang en dat om 5 uur in de middag! Werd vervolgens in een gang gereden waar meer brancards en bedden stonden. Hier nam Ricardo afscheid en beloofde het eerste drankje te betalen als ik weer thuis kwam. 

Ik begon mijn interesse in de echte wereld te verliezen laat me maar met rust, de pijn werd alleen maar erger. Ik werd aangesproken met : “ Ferdinand” we gaan foto’s en een MRI scan maken”. Ferdinand? ach wat kan mij het schelen hoe ze me noemen haal in godsnaam die pijn weg, dat was mijn prioriteit. Het ziekenhuis zelf was er één van voor de oorlog je zal zo iets eerder in Roemenie verwachten. Het deed dan ook vreemd aan om een moderne MRI tunnel van Phillips te zien in een ruimte die wij Nederlanders nog niet als kelder gebruiken. Het had mij niet verbaasd als men eerst een nest muizen of ratten uit de MRI tunnel had moeten jagen. Het was tijdens de fotosessie een drukte van belang rond mij 5 a 6 mensen sleepten me van de ene brancard op de ander. Na dit alles werd ik naar de afdeling serviço urgéncia gebracht.
Na een verdoving via infuus en zuurstof werd ik eindelijk met rust gelaten.

Na één nacht te zijn verzorgd en gepamperd was daar Ingrid! Ze vroeg mij of de pijn al wat gezakt was? Dat kon ik nou niet echt zeggen maar als ze me nu maar met rust laten komt het wel goed. Daar nam ze geen genoegen mee ze controleerde het infuus, het slangetje met de verdoving had zich gevuld met bloed: “Dat is niet goed” zei ze en ging op zoek naar een verpleger/ster. Ze sprak iemand aan die centraal op die afdeling zat, in een soort enclave gevormd door bureaus en kastjes : ”Het infuus van mijn man werkt niet, wil je even komen kijken” daar had die persoon geen oren naar ze gaf Ingrid te verstaan dat op deze afdeling ieder zijn eigen patiënten had. En dat kon Ingrid nu weer niet schelen en drong er op aan er toch maar even naar te kijken. Er werd een ander bij geroepen en inderdaad het infuus werd nu op de juiste manier aangelegd zodat ik eindelijk verdoving kreeg. 
Dus zoals altijd het was Ingrid weer die mijn pijn verlichtte………!

Lees spoedig het vervolg. 

Groet Ferrie 

donderdag 13 maart 2014

Ribstuk deel 1

Eindelijk  was er een einde gekomen aan een moessonachtige twee maanden, de heerlijke Portugese zon diende zich aan. Dat was het moment om de geleden waterschade te lijf te gaan en gelijk te genieten van de weldadige warmte. 
Een dakpan moest vernieuwd worden en een voeg tussen twee muren die verouderd was uitgekapt en opnieuw gevoegd.
Mijn ladder was hiervoor ontoereikend en de oplossing was een combinatie van klimwerktuigen. Arbo-technisch  onverantwoord maar met een buurman en buurman oplossing zou het zo gepiept zijn “Hajetoo”. 

Ik begon met een steiger op te bouwen die de dakrand lang niet haalde, een ladder erop en wat steigerplanken zou mij verder wel op hoogte brengen. De hulp van Ingrid was hierbij onontbeerlijk zij zou als tegenwicht dienst doen (dat is haar nooit vreemd geweest) ze sputterde wat tegen bij het zien van de stellage maar zeuren doen die vrouwen toch.
“Als je nu hier gaat zitten op de rand van de steiger “ en ik plaatste haar op een strategische plek op de steiger “ kan er niets gebeuren” was mijn stellige overtuiging.
De try-out verliep vlekkeloos en ik kon vervolgens aan het uitkappen van de voeg beginnen. Het wiebelde wel wat maar wat wiebelt en buigt breekt niet is mijn stelling. Al spoedig was het grootste gedeelte gedaan en kon mijn stelling verlaten. “Ingrid ga maar alvast wat cement aanmaken om de dilatatievoeg opnieuw te voegen” Ik gebruikte het woord “dilatatievoeg” om nog even extra indruk te maken zodat met mijn bouwkunde niet te spotten valt.
Bij het verzetten van de trap op de steiger ontwaarde ik boven toch nog een plekje wat niet ver genoeg was uitgekapt. Als een volleerde-bouwkundige-aap heb ik in no-time de trap weer beklommen om het laatste restje voeg even weg te kappen.

Zo een pijnlijk moment had ik nog niet eerder meegemaakt, op één keer na! Toen ik na verveling en lang wachten net iets uit mijn neus had gevist wat nog aan een vinger hing en de burgemeester van Terneuzen een hand moest geven, maar dat terzijde. 

De steiger begon te wiebelen en de trap schoof tergend langzaam onderuit, mijn handen op zoek naar houvast maar de zwaartekracht kreeg steeds meer vat op mij en dwong me naar de aarde, met een klap van jewelste kwakte ik zijdelings op een grote lege terracotta bloempot.                             
                                                            

Of mijn val nu door de bloempot werd gebroken of de bloempot door mijn val was op dat moment niet interessant……………Ik schreeuwde het uit……, Ingrid was net getuige van de val en riep de belangstellende woorden ;  
“Wat doe je nu?”

“Ik ga dood ! ” schreeuwde ik met stellige overtuiging.                                   
“Wacht !”  riep ze in lichte paniek (wat moest ik anders?)   “Ik bel de Bombeiros" (Brandweer, hebben hier in Portugal ook het ambulance vervoer in beheer). 

Daar lag ik dan met een helse pijn in borst en zij, tussen de niet geluk brengende terracottascherven in afwachting van………….?

Lees spoedig het vervolg.    

                                                                              
Ferrie