Men (overheid) vond het verstandig om ons dorpje te
evacueren vanwege de bosbranden en de daaruit ontstane rookontwikkeling om ons
heen. We waren er al een beetje op voorbereid, een paar tassen met de meest
belangrijke dingen stonden al in de auto alsmede een volle tank. Het was
duidelijk dat de situatie ernstig was, 64 dodelijke slachtoffers en 200
gewonden zijn geen zaken om mee te lachen. Deze tragedie zal inmiddels bij een
ieder wel bekend zijn. Ik zal niet beschrijven wat iedereen zich al zal kunnen
voorstellen. Onze gedachten gaan uit naar de achterblijvers die deze ramp
zullen moeten verwerken. Hulde aan de brandweerlieden maar eigenlijk aan de
hele bevolking die door deze ramp sociaal
gezien boven hun zelf zijn uitgestegen.
Het was een advies! en op het moment van verzoek om te
evacueren zaten alle dorpsgenoten bij elkaar omreden dat er de dag tevoren een
varken was geslacht en dan is het gebruikelijk om samen te eten en behoorlijk
te drinken. De bosbranden waren natuurlijk het onderwerp van gesprek en een
gedeelte van de mannen (werkend in de bosbouw) had de hele nacht gewerkt i.v.m.
het ruimen van bermen en bomen om het vuur minder kans te geven. Wij blijven!
was hun stellige overtuiging , ze zagen de twijfel op mijn gezicht en ze
verzekerden mij dat ik beter gehoor kon geven aan de GNR (Politie) met de
geruststelling dat zij mijn huis wel in de gaten zouden houden.
Onze eerste evacuatie in ons leven werd een feit. We waren
niet de enige, vrouwen en bejaarden plus de kinderen en huisdieren werden naar
Castanheira de Pera gebracht en “Jan lul “ zo voelde ik mij omdat de stoere
mannen achterbleven, reed er achteraan. Na een vluchtpoging om ons te voegen
bij vrienden aan de kust wat ondoenlijk bleek omdat we totaal omringt waren
door de bosbranden sloten we ons weer aan bij de rest van de evacuees .
We
werden verzameld bij de brandweerkazerne en verdeeld over clubhuizen en
openbare ruimtes. Wij werden ingekwartierd tegenover de brandweerkazerne in een
verlaten maar nu weer tijdelijk ingerichte bejaardensociëteit. Dekens en kussens werden
ons uitgereikt en ik voelde me een vluchteling die asiel moest aanvragen, dat
is overigens niet verkeerd voor je inbeeldingsvermogen omdat eens aan de lijve
te ondervinden.
We bleken aanvankelijk geluk te hebben er was een grote
ruimte op de eerste verdieping beschikbaar en we waren op dat moment met zes
volwassenen en twee kinderen en drie honden, de meeste andere geëvacueerden
verbleven beneden. De ruimte was erg warm en benauwd, hij was ingericht met
dertig leren zetels, die langs de kanten waren geplaatst. Een tafel met daarop flessen,
water, broodjes kaas en wat energierepen. Het echtpaar met de kinderen waren Engelsen
uit een naburig dorp die voor de kinderen een nood-bedje in elkaar aan het
frommelen waren, het was al laat en het werd tijd voor hen om te slapen na zo’n
slopende dag. De twee meisjes waren zeven en negen jaar oud, normaal heb ik het
niet zo op die schreeuwende kinderen maar ik vond deze meisjes zulke schatjes
en lieve smoeltjes hebben dat ze me compleet vertederde, de emotie van de dag
zal bij mij wel meegespeeld hebben.
Het werd voor ons allen tijd om te gaan slapen en we namen
onze posities op de vloer in om het eens te proberen. De honden deden het
voorbeeldig en het was of ze het voelde om niet balorig of lastig te worden, ze
gingen ook in de slaapstand. Het rumoer buiten belette mij te slapen en besloot
rond twaalf uur in de nacht om onze Scooby nog maar eens uit te laten. Na mijn
terugkomst was het een drukte van belang in inmiddels onze ruimte! Vrijwilligers
en verplegend personeel waren alle stoelen met oude mensen en hoogbejaarden aan
het vullen, een helder licht onder de vrijwilligers had een airco ontdekt en zo
werden de oudjes naar “onze ruimte” getransporteerd. Het werd een chaos omdat
de oudjes over de slapende kinderen ofwel hondjes struikelden, nadat iedereen
in zijn stoel was geplaatst en ik praat over twintig ouderen en een dekentje
kregen vanwege de airco (?) ging het licht uit en was het even stil.
Toen begon wat ik al vreesde, men moest naar het toilet of
het was te warm of weer te koud de volwassenen-luier zat verkeerd of was vol,
het hoesten, rochelen, snurken, winden laten, snikken werden de nachtelijke
geluiden. Ik weet wel dat deze hoogbejaarden vaders en moeders zijn waar van
gehouden wordt en respect en onze aandacht verdienen maar ik had er al gauw
genoeg van en had het gezien. De nachtelijke bejaardengeluiden dwongen mij om
maar weer eens met Scooby te gaan wandelen.
Zoals ik al aangaf we waren
ingekwartierd tegenover de brandweer kazerne en het was er een drukte van
belang het was al ruim na middernacht en vrachtauto’s en bestelauto’s reden af
en aan, allen gevuld met plastic flessen bronwater die na een oproep van
burgerbescherming werden gedoneerd door grote of minder grote winkels.
De kazerne werd als opslagruimte gebruikt, alle
blusvoertuigen waren toch ergens ingezet en vele jongeren met mondkapjes vanwege
de rook en padvinderij, scouts en brandweer lostte de wagens. Ik nam plaats
tegenover de kazerne op een muurtje zonder rookkapje gezien mijn vermeende
immuniteit (ik ben roker) om dit circus gade te slaan. Ten elke male als er
weer een transport binnen kwam liepen de jongeren met grote verpakkingen in en
uit de kazerne om het op te slaan. Ik ben geen padvinder maar wel gemaks-vinder
en riep de jongens vanaf mijn positie toe om een ketting te vormen en zo kracht
te sparen.
Vanaf dat moment bleek ik hun knuffel-evacué te zijn en de één
na de ander vroeg of ik wat wilde eten of drinken er was er zelfs één die een
pakje sigaretten aanbood en voor Scooby ging men om water en hondenbrokken. Het
muurtje werd een rustplek voor hun allen als er even opnieuw transport gewacht
moest worden. Het transport van flessenwater bleef maar doorgaan tot ik plots
de bestelwagens van de bakker zag arriveren, daar komt het vaste voedsel dacht
ik even maar ik had het mis, ook deze auto’s waren gevuld met flessen water. Het
schoot me opeens te binnen “ Water naar de zee dragen” dat is natuurlijk een
nutteloze bezigheid maar…. “ Water naar de brandweer dragen” is natuurlijk
hartstikke nuttig. De hele nacht ben ik in de rokerige lucht met Scooby buiten
gebleven. Het begon al licht te worden ondanks dat de zon moeite had om door de
met rook gevulde vallei te prikken en er werden nu bestelwagens met fruit en
brood gelost, het was een welkome afwisseling voor de los-jongeren een andere
verpakking en houding deed hun opleven na een hele nacht water dragen.
Ik vond het tijd worden om Ingrid en Bimba (hond) op te
halen en eens te proberen weer thuis te geraken. Natuurlijk had Ingrid ook niet
best geslapen en wilde graag naar huis als dat toegelaten zou worden. Het was
alweer een drukte van belang in de hal van de sociëteit omdat men bezig was met
namen registreren. We piepten langs de rijen mensen met Bimba in mijn armen
omdat het beest niet meer zo makkelijk kan lopen, de registranten hadden vast
het idee dat ik de hond zijn behoefte ging laten doen maar ik was vastbesloten
een vluchtpoging te doen. Het lukte en we reden in alle vroegte naar huis
zonder problemen, we werden door de politie, brandweer en het leger netjes
doorgelaten. Thuiskomst was vreemd juist omdat ons dorp en vallei gespaard was
en de rest erom heen zwartgeblakerd en
zo kaal was als een maanlandschap.
Later hoorde ik dat onze geregistreerde mede-evacuanten nog
drie nachten zijn gebleven. Wij daarin tegen werden gewoon thuis beschermd door
de stoere mannen van de brandweer (Bombeiros) en bosbouw. Ingrid heeft de
evacuatie-nacht ook niet gemist, dat gedeelte “bejaarden-ergernis” had ik gewoon
thuis ingevuld, ze bedoelde het hoesten, rochelen, snurken en winden laten.
We
hopen zulke avonturen niet meer mee te maken maar het is maar een schril
contrast met degene die huis en haard en geliefden door deze brandramp hebben
verloren…..
Het zal wel altijd zo blijven “morgen” gebeuren er op de
wereld weer vreselijke dingen die dit overtreffen…..Sterkte alvast !
Groeten, Ingrid en Ferrie
Geen opmerkingen:
Een reactie posten