zondag 14 januari 2018

Proficiat

(Je kan niet altijd lachen om Fer-haaltjes)

Het was 1962 of 1963 daar wil ik van af zijn, mijn moeder was herstellende van TBC en was opgenomen geweest in een sanatorium te Delft. Mijn vader had werk in Den Haag gevonden om dicht bij haar te zijn. Wij kwamen van het Zeeuwse platteland, tijdens de herstelperiode van Moeder waren de vier kinderen ondergebracht bij familie. Twee zussen in Zeeland (Moederskant) Ik en mijn broer in Den Haag (Vaderskant). Het was niet mijn beste tijd! Den Haag was voor mij “buitenland” mede door mijn boerenaccent. Ik werd in het begin niet verstaan op school en daarbuiten. Na het herstel van mijn moeder huurde ze een bovenwoning in Spoorwijk toen al een achterstandswijk met de intentie zo vlug mogelijk terug te keren naar Zeeland. Mijn vader werkte voor een bedrijf dat kantoormachines verkocht. Hij had een rijbewijs maar reed vanwege het schaarse geld brommer. Wel mocht hij van zijn baas (die hij verafgoodde) zo nu en dan boodschappen doen voor de zaak met de Mercedes “van de baas”………

Daar zal ik wel mijn voorliefde voor dat merk hebben gekregen en ben achteraf blij dat het geen Dafje was. Tussen de middag kwam hij zo nu en dan thuis met de Mercedes. Mijn vader was iemand die nogal autoriteitenvrees had, en vandaar het op een voetstuk zetten van zijn baas. Het volgende moet een groot autoriteiten-trauma voor hem geweest zijn, het enige auto-ongeluk in zijn leven kwam omdat een politieauto hem van links in de flank reed, er was geen persoonlijk letsel maar geestelijk moet de man helemaal in de war zijn geweest omdat de schuld bij de wetshandhaver lag.
Op een middag kwam hij thuis met de Mercedes met in de kofferruimte een verroest oude jongensfiets. Het was een restauratieproject wat hij voor de baas moest opknappen, die had ook een zoon van mijn leeftijd en mijn vader was een handige kloot en kon zo wat bijverdienen. We waren zo klein behuisd dat het restaureren in de woonkamer moest gebeuren en of soms in de keuken. Na het werk werd de fiets gedemonteerd en elk onderdeel werd afzonderlijk opgeknapt. Weken heeft die grap geduurd en zo nu en dan was mijn hulp vereist, ik was namelijk net zo groot en oud als het zoontje van de baas………

Dat voordeel werd aangegrepen om mij te laten passen of het zadel hoog genoeg was en het stuur wel recht stond enz. De fiets werd in de keuken mooi blauw gelakt en het resultaat was alsof hij gespoten was. De fiets vorderde zijn eindstadium en ik werd met de dag jaloerser op dat rotventje van de baas, die ik overigens niet kende maar ik had bij voorbaat al een hekel aan dat jong. Alles was als nieuw aan de fiets en het stuur glom als een “tiet” zoals mijn vader dat uitdrukte. Ik was trots op het feit dat die ouwe dat zo goed had gefikst. De fiets werd op een middag weer in de Mercedes geladen en verdween uit ons kamerbeeld, alleen de lak-geur bleef nog dagen hangen. Ik kan de geur zo herkennen al is het meer dan vijftig jaar geleden. Soms komt het tegenwoordig nog wel eens voorbij als Ingrid haar nagellak verwijderd, dus ik vermoed dat de lak wel een vleugje aceton heeft bevat. Het is echt een feit dat de geuren uit je jeugd je zo goed bijblijven…….

Ik had er laatst nog een gesprek over met mijn zoon Tim (hij heeft nu zelf ook twee kinderen) dat geur essentieel blijkt te zijn bij herinneringen, spruitjeslucht associeer ik met portieken in een stad of meer logisch de zilte zeelucht met mijn geboorte streek Zeeland. Ik vroeg Tim of hij ook zulke geur herinneringen had en die had hij zeker : “ De geur van die plantenkassen in Turkije toen we daar op vakantie waren ”antwoordde hij “ Ik ruik het soms nog, als ik een bepaald soort kruid gebruik bij het koken”. Ik wist gelijk waar hij op doelde. We waren die dag namelijk van het padje af (verdwaald) en hebben uren langer moeten lopen dan de bedoeling was, midden in het kale niets bij veertig-vijftig graden. We waren niet eens voorbereid op die wandeling, geen water geen eten.
Een lief oud vrouwtje in een schamel huisje naast de kassen was degene die ons liet uitrusten en thee en eten presenteerde. Dat is dus belangrijk voor je memorie, een min of meer heftige gebeurtenis doet je een geur onthouden en andersom.

“De geur van zelfgemaakte appeltaart als we een verjaardag te vieren hadden” vervolgde Tim, ook de verjaardagen zelf, kan ik nog wel wat van herinneren”. Het woord verjaardag deed mij opschrikken,   “O ja, binnenkort is jou jongetje Jairo jarig, weet je al wat je het ventje gaat geven?”. Hij zat te denken aan een trampoline daar had Jairo al zolang om gezeurd. Het was iets wat hij heel graag wilde hebben, en Tim was er eigenlijk wel blij om. Tegenwoordig zitten ze meer met en achter een computer te spelen dan buiten. Toch mocht Tim daar niet over klagen Jairo is een echte avonturier en speelt nog veel buiten, desnoods alleen! Het is maar hoe je ze opvoed en “ van een appelboom vallen geen peren”  Tim zelf was ook een buitenkind. Daar zijn ook nadelen aan verbonden want we zijn met hem meer naar de dokter en eerste hulp gemoeten dan naar een pretpark of speeltuin. Het zat niet in zijn aard om voorzichtig te zijn, ik ben achteraf blij dat wij hem toen geen trampoline hebben gegeven hij zou op één of ander balkon of tuin van de buren zijn beland…

Wat voor cadeaus hij kreeg kon Tim zich niet goed meer herinneren, wel dat ik een keer met zijn  verjaardag al zijn vriendjes had uitgenodigd voor een survival weekend in de Franse Ardennen. Deze gebeurtenis staat niet alleen in Tim zijn geheugen gegrift ook zijn vriendjes hebben toen naar hun idee een spektakel weekend gehad. Het was ook eigenlijk best bijzonder om met vijf kinderen zonder hun ouders maar wel met terdege opgeleide mensen een weekend in de natuur te vertoeven als ze nog maar rond de negen a tien jaar zijn. Zelfs nu ze ruim in de dertig zijn en ik kom nog wat van die jongens tegen als ik in Nederland op het dorp ben, refereren ze er aan. Kanovaren, rots klimmen, abseilen, en vooral een nachtwandeling was voor die leeftijd een mega spannende gebeurtenis. De meester van de lagere school heeft later in dat jaar nog een survival-run moeten uitzetten vanwege de enthousiaste verhalen van Tim zijn vriendjes

“Kan jij je nog verjaardagen herinneren en wat je kreeg? “ vroeg Tim aan mij…                                  Ik werd even stil van die vraag en antwoordde ; “Ja Tim, ik ben nu ruim zestig en kan het mij nog als de dag van gisteren herinneren” Ik begon wat zachter te praten en kreeg warempel een brok in mijn keel ; “ Het was mijn achtste of negende verjaardag dat weet ik dan weer niet meer precies, ik kwam na een nacht weinig slapen op de ochtend van mijn verjaardag beneden en merkte op de trap al een geurtje op dat ik even niet thuis kon brengen, bij het openen van de kamerdeur stond daar een blauw gelakte fiets met een stuur dat glom als een “tiet” ik zakte op de drempel door de knieën en heb minuten lang gehuild van verwarring en vreugde voor ik de fiets durfde aanraken….. en zelfs nu voel ik weer tranen opwellen omdat ik weet wat die ouwe ervoor heeft moeten doen …om mijn verjaardag onvergetelijk te maken. 

Groet Ferrie

 



Geen opmerkingen:

Een reactie posten