zondag 1 april 2012

De slachter

In Castanheira de Pera, een dorpje op zeven kilometer van ons Sarnadas, bevindt zich een slager waarvan ik vind dat hij de beste saucissen van Portugal heeft. De slagerij is niet moeilijk te vinden. Een groot vliegengordijn en zes straathonden voor de deur maakt een uithangbord overbodig...

Of ik alle worst in Portugal al geproefd heb..? Dat is echt na deze saucissen niet meer nodig. Er is echter één probleem. Hij maakt ze niet iedere dag en je moet vroeg zijn om ze te bekomen. Regelmatig grijp ik er naast en zoek dan mijn toevlucht tot ander vlees.

De ”lachende slager“, zo wordt hij genoemd (en ook om die reden), is zo behulpzaam dat het soms eng is. Hij opereert als ware hij een chirurg en er dwarrelt constant een assistente om hem heen.

Hij begroet je als je de slagerij betreedt alsof je rechtstreekse familie bent en blijft tegen je praten tot je weer buiten staat. De klanten worden één voor één geholpen, ondanks de aanwezigheid van een assistente, die echter niet de klant bedient, maar de slager...

De vitrine is niet uitbundig dus vragen naar de producten is een must. De klant vraagt en de slager snijdt en hakt het vlees op de spot. De bediening gaat als volgt: een klant wil twee karbonaadjes en richt zich tot de slager, dus niet naar de assistent. De slager trekt een half varken uit de koeling en begint te hakken om aan de bestelling te voldoen. Alles in het zicht van de klant. Gehakt wordt gemaakt waar je bij staat; soepvlees moet nog geneden worden;  filet, koteletten, wat je maar wil moet nog eerst gesneden worden.

De rol van de assistent is zeer summier.  Eens een pakpapier klaarleggen; eens wat wegen; het bestelde en gesneden vlees verpakken (waar ze genoeg tijd voor krijgt omdat de slager het volgende gevraagde alweer moet snijden) en bij uitzondering afrekenen, want dat vind de lachende slager zelf ook leuk...

Na deze lachende slager op deze manier bij jullie voorgesteld te hebben zal ik één van mijn recente bezoekjes beschrijven, dat ik samen met een gast onlangs aan hem bracht...

Bij het binnenstappen van de slagerij werden we natuurlijk uitgebreid begroet. Ook door de aanwezige klanten. Uiteraard ging ik voor de saucissen en het geluk (en de slager) lachte me toe. Er was een bak vol en er waren drie klanten vóór me. Om een tijdsindicatie te geven: toen ik binnenstapte het was half elf (onbelangrijk*). De slager was bezig met een bestelling en praatte en lachte aan één stuk door en sneed met grote vaardigheid het vlees, waarbij hij om de tien seconden zijn mes aanzette. (Ik vermoed dat hij per maand net zo veel messen verslijt als ik op een dag shagjes rook...)

De klant had een behoorlijke bestelling en intussen konden wij van het snij- en hakspektakel genieten. Ook deze klant kon de slagersworst waarderen en een halve bak ging in de tas. De volgende klant bestelde diverse soorten vlees en ook hij moest worst..! De bak begon schrikbarend te slinken en ik hoopte dat het slagerstrutje de bak ging bijvullen...

Intussen gebeurde er van alles in de slagerij. De postbode viel binnen en had een uitgebreid gesprek met de slager die echt wel doorwerkte. Een leverancier met div. goederen werd vlot naar achter verwezen alwaar seniorslager (de vader) zwaar hinkend de waren in ontvangst nam. (Ik fantaseerde ondertussen dat senior in het verleden door een stier op de horens was genomen...)

De laatste klant voor mij was aan de beurt. Een heel oud vrouwtje en zij bestelde voor mijn gevoel van elk vleesartikel één stuks, Ik denk dat haar laatste wens was om zich dood te eten aan worst want de resterende hoeveelheid (ik schat drie kilo), ging ook nog in haar tas.

De slager wende zich lachend tot mij en vroeg wat ik wenste. Ik verdacht hem er even van dat hij lachte omdat 'ie wist waarvoor ik kwam, maar daar was hij te aardig voor. Ik vroeg toch nog even om worst. Het speet hem, er was niet meer, maar hij gaf me de tip om vroeger te komen en of ik iets anders wilde...

In tegenstelling tot wat je zou denken in een Zuid-Europees land word hier ontzettend veel varkensvlees gegeten. De Engelsen hier noemen de Portugezen wel eens gekscherend Porcogezen. Ik daartegen pest de Engelsen weer omdat ze het lef niet hebben om hun pic op te eten en het daarom maar pork noemen nadat die geslacht is. Ik kocht een kilo Bifanas (varkensfilet) en verliet de slagerij om elf uur. Weer niet gelukt...

Wonder boven wonder liep ik de slager daags na mijn bezoek om één uur in de nacht bij een café bezoek tegen het lijf. Ik vroeg hem om twee kilo saucissen met de mededeling dat ik nu toch wel op tijd was. Hij lachte zoals altijd en maakte in het Portugees een opmerking over worst die mij ontging maar het café in lachen deed uitbarsten...

Ik verliet opgelaten het café met de gedachte dat ik toch nog altijd de grapjas was.

De (gehakt)ballen!!
Ferrie

( * zie verhaaltje “Geen tijd”)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten