Regelmatig brachten we onze vakanties door op het Afrikaanse
continent. De ouders van mijn vrouw (toen vriendin) hebben er jaren gewoond en Ingrid is er geboren (toenmalig
Rhodesië) en dat was voor mijn aanstaande schoonvader reden om mij kennis te laten
maken met Afrika. Eenmaal met dat virus behept laat het je nooit meer los.
Landen als Zuid-Afrika, Namibië, Botswana, Zambia, Zimbabwe, Kenia en Tanzania
blijven je hele leven bij. De eerste reis trokken we door Zuid-Afrika met een
camper en toekomstige schoonouders. Ze waren niet alleen fijne schoonouders maar
droegen ook de kosten. Nadat ik met Ingrid
getrouwd was probeerden we zoveel mogelijk toch weer die kant uit te gaan waar
veel sparen aan vooraf ging. Het was nu eenmaal ons ding en de geweldige natuur
in Afrika riep ons om de zoveel jaar terug. We probeerden wel reizen te plannen
maar gingen ook regelmatig op de bonnefooi voor het avontuur……
Ingrid en ik zijn gezegend met drie zonen en ook gestraft
als je de vakantiekosten rekent. We vonden het belangrijk dat ze ook een andere
wereld leerden kennen en met name de volkeren en natuur van Afrika, zelfs
vrienden konden we interesseren voor zulke reizen. We huurden dan wat gidsen in,
waaronder een kok en met enkele landrovers trokken we door het land van keuze.
Ik moet u niet vertellen dat de jongens zulke avonturen geweldig vonden. Het
zijn toch altijd spannende reizen en dan is het een veilig gevoel dat je met inheemse
mensen rond reist die het land en de gewoontes kennen. Na het verstrijken van
jaren en opdoen van ervaringen durfdem we zelf wel de onderneming te
organiseren ondanks het feit dat ik wel eens verdwaald ben en er wel eens bijna
op ons geschoten was in het verleden. We huurden vanuit Nederland een 4x4 auto
met dak-tent en een tentje en zette een route uit door verschillende landen
vanuit Zuid-Afrika……
Er zit een tijdsspanne van vier jaar tussen onze jongens en
dat geeft een leuk beeld van hoe verschillende leeftijden zo’n reis beleven.
Deze maal ging onze middelste niet mee, hij had er voor gekozen om een jaar
door Australië te trekken en dat is ook niet verkeerd om levenservaring op te
doen. En zo trokken wij gevieren door Namibië Botswana en Zambia.
De 4x4 is van
alle gemakken en ongemakken voorzien,
zoals een koelkastje (die het de helft
van de tijd niet deed) een gasstel, watertank en een dubbele brandstoftank. Zo
was het een kwestie van proviand inslaan en gaan met die banaan. De oudste, Wauter
(drieëntwintig), Ingrid en ik hadden een rijbewijs dus we deden elk ons deel,
op afgelegen gebieden was het Bennie (vijftien) die wel eens mocht rijden omdat
een jongen nu eenmaal een jongen is. Steden hadden niet onze voorkeur, wel
dorpen en de bush en vooral het observeren van wilde dieren. We hadden ervaringen
opgedaan met de eerdere reizen en konden aan het landschap zien welk wild we
konden verwachten……..
Wat een feest en hoe bevoorrecht waren we om al dat moois te
aanschouwen en mee te maken. We hadden afgesproken dat we om de beurt in de
dak-tent en dan weer in het bij-tentje zouden slapen maar de jongens gaven elke
nacht weer de voorkeur aan het bij-tentje omdat er minder spullen in werden
opgeslagen als het kamp opgeslagen werd.
Ingrid en ik hadden wat meer werk om het bed in orde te maken en dat zal ook
wel een reden geweest zijn voor de heren. De dak-tent is een ideale
overnachtingsplek, uitklappen van de tent
is een fluitje van een cent, het opmaken van je bed is een gescharrel
maar het comfort en veiligheidsgevoel maakt veel goed. De jongens plaatsten hun
tent vaak dicht tegen de auto om communicatie met ons mogelijk te houden en
waren vast bang dat wij hun veelvuldig geritst van de tent zouden missen. Elke
dag is een nieuw avontuur maar ook elke avond is een evenement, één avond die
we nooit meer vergeten wil ik u beschrijven………
We reden van noordelijk Namibië om drie uur Botswana in om
daar een kamp op te slaan Ik zal u de grens perikelen onthouden maar rond vijf
uur reden we Botswana echt binnen en rond zes/zeven valt de duisternis in en
voor die tijd wilden we een kampeerplek hebben. De hoofwegen voor zover je daar
van kan spreken was ons ding niet dus we zochten een plek in de bush. Die was
gauw gevonden een prachtige majestueuze boom
omringd met struikgewas markeerde onze kampeerplaats. We parkeerden de
4x4 en het bij-tentje onder de boom en het kamp werd in orde gemaakt met wat campingstoeltjes,
een tafeltje en de BBQ prominent in het midden.
Het is niet altijd slim om in de bush vlees te eten maar de koelkast was
weer eens uitgevallen en er lagen nog vier T bonesteaks in. Het was een
vermoeiende dag geweest en het was heerlijk om van de zwoele avond te genieten.
De steaks waren zo groot als de bekende stoeptegels uit Nederland (weet u het
nog?) dus we hadden er een kluif aan.……
Plots klonk er achter ons geritsel gevolgd door een immense brul.
Ik kan u verzekeren dat het dierenrijk beter op zijn kinderen past dan wij
mensen, Bennie vloog het trapje op van de daktent en ik in de boom, Ingrid achter die zelfde
boom en Wauter stond met een opgeheven campingstoeltje klaar om de eventuele
aanvaller een aluminiumallergie te bezorgen. Het liep met een sisser af we
hebben geen leeuw of cheeta gezien. Na onze schrik te hebben verwerkt klonken
de verwijten over en weer. Wij hadden elkaar in de steek gelaten, dat was een
leermomentje, voortaan staan we voor elkaar was de conclusie. We dronken nog
wat wijn en enkele biertjes en maakten ons op voor de nacht, het was een
spannende avond geweest en dat had veel mentale kracht gekost . Ik vroeg de
jongens of ze die avond niet liever in de dak-tent sliepen maar hun stoerheid
overwon……
Nog half slaperig in de nacht schudde ik Ingrid wakker, ik
had weer geritsel gehoord en omdat zij dichter bij de rits van de tent lag leek
het me verstandig om haar even te laten gluren. Omzichtig en geconcentreerd
ritste ze de tent een stukje open, het geritsel ging over in krakende en
brekende takken die zo van onze mooie boom afgescheurd werden. We gluurden nu
samen door het gaatje van de tent naar buiten en naast de auto en tussen het
bij-tentje stond de grootste olifant die wij ooit gezien hadden. Hij leek uit
te zoeken welke takken hij nu eens zou breken. Ik kan u melden dat als de
T-bonesteak eerder geconsumeerd was, hij toen als diarree langs mijn been had
gelopen.
Ondertussen in het bij-tentje,
Het was Bennie die het eerste wakker werd van het kabaal en
even met zijn hoofd onder het tentzeil naar buiten had gegluurd. Hij was zo
slim om een hand op Wauter zijn mond te leggen zodat hij niet gelijk kon praten
toen hij hem wakker maakte : ‘ Er staat een joekel van een bull naast onze tent
’ fluisterde hij in Wauters oor ‘ Waarom maak je me dan wakker’ fluisterde
Wauter nadat zijn mond vrij was. ‘ Ja ik bang… jij ook bang! ’ was Bennie’s
antwoord ‘ We hebben afgesproken dat we voor elkaar staan’. Wauter was in de
veronderstelling dat Bennie een buffel bedoelde en scheen met zijn zaklantaren onder
de tent door naar buiten, hij kon op nog geen vijftig centimeter afstand alleen
een grote olifantspoot zien. ‘ Verdomme, dat geen buffel maar een olifant! ’
fluisterde Wauter met paniek in zijn
stem . ’Ik heb toch ook niet gezegd dat het een buffel was ’ zei Bennie. ’ik
zeg dat er een bull naast de tent staat!
‘ Voorzichtig kropen de jongens naar het einde van de tent hopend dat de
olifant de tent niet voor porseleinkast
aanzag…
De olifant stapte omzichtig langs de tent van de jongens alsof
hij wist dat zij er sliepen, sleepte een stuk boom mee met de precisie van een
heftruckchauffeur, zonder ook maar iets van de auto of tent te raken en trok
zich met veel gekraak terug in de struiken. Het is werkelijk ongelooflijk dat
zo’n groot beest opgaat in wat struikjes en je echt niet meer ziet waar die
gebleven is. Het ontbijt werd nog in het donker gemaakt, van slapen kwam de
rest van de nacht toch niets meer. We hadden de BBQ maar weer aangestoken om
een keteltje water te koken voor koffie en in een pannetje wat eieren te koken,
om gas te sparen. We rilden nog na van de belevenis maar genoten van ons
ontbijt, langzaam werd het licht …ergens klonk er weer gebrul maar geen van ons
sprong op of raakte in paniek,
Wauter
merkte op: ‘ Als die ons bang wil maken moet die maar eens een nachtje in mijn
tent komen slapen!’.
Groet, Ferrie
Geen opmerkingen:
Een reactie posten